In 2022 stelde het team gedragskundigen van De Passerel een gezamenlijk visieplan op. Het plan biedt deze collega’s structuur en duidelijkheid over hun rol in de organisatie. Inmiddels is de vernieuwde werkwijze dagelijkse praktijk geworden. In gesprek met gedragskundige Fenneke Beeking komen we erachter wat dit betekent voor de kwaliteit van zorg en de samenwerking met de persoonlijk begeleiders van de cliënten.
‘In het kort geeft ons visieplan duidelijkheid’, legt Fenneke uit, ‘duidelijkheid over onze rol. Over de verschillende expertises binnen ons team. Over de momenten waarop wij worden ingeschakeld. Over de methodieken waarmee we werken. Over eigenaarschap en het borgen van processen. Nu weer meer oog hebben voor positionering en strategie, kunnen we de stap maken van meer duidelijkheid voor af in plaats van het ad-hoc werken zoals we in het verleden deden. Het was voor onze collega’s op de locaties ook niet altijd duidelijk wanneer ze een beroep op ons konden doen. We ervaren dat we door het visieplan niet alleen efficiënter en effectiever bijdragen aan de zorg, maar dat we ook veel meer in positie zijn gebracht om een zinvolle bijdrage te kunnen leveren.’
De tien gedragskundigen binnen het team ontwikkelen zich steeds meer tot specialist. Bijvoorbeeld op het gebied van de methodieken die binnen De Passerel worden gebruikt. Of over het omgaan met specifieke doelgroepen, zoals kinderen, ouder wordende cliënten of mensen met een ernstige meervoudige beperking. Tegelijkertijd zijn en blijven de gedragskundigen generalist en breed inzetbaar om de continuïteit te borgen.
De zorg aan een cliënt wordt bij Triple-C georganiseerd vanuit de driehoek begeleider, gedragskundige en manager zorg. De begeleider verleent de dagelijkse zorg aan de cliënt, de gedragskundige adviseert over de inhoud van de zorg en de manager zorg is verantwoordelijk voor het geheel. De Passerel heeft geïnvesteerd in het versterken van deze driehoek. De gedragskundigen hebben zich verdeeld over de verschillende locaties, teams en managers. Vaste gezichten, korte lijntjes, herkenbaarheid en onderling vertrouwen zijn daarin erg belangrijk. Regelmatig nemen de gedragskundigen deel aan teamoverleggen. Het trialogisch leren is hierin van meerwaarde gebleken: aan de hand van praktijkvoorbeelden worden nieuwe inzichten en ervaringen gedeeld.
Fenneke: ‘We werken nu vanuit de methodische cyclus om de zorg aan een cliënt te bepalen, te bewaken of zo nodig bij te stellen. We zijn vooraf goed betrokken zijn, in de zogenaamde beeldvorming. We bekijken zorgvuldig de situatie van elke cliënt, adviseren vervolgens de persoonlijk begeleider over een passende vorm van begeleiding. We staan hierin gerichter stil bij het “disharmonisch profiel” van een cliënt. Dat is het verschil tussen de kalenderleeftijd en de ontwikkelingsleeftijd van een cliënt. We merken daarnaast dat het werken met vaste dagprogramma’s succesvol is. We bieden zowel cliënt als de begeleider meer houvast, structuur en rust. We zijn zo in staat om gerichter te werken aan doelen.’
Voor het komend jaar staan twee vervolgbijeenkomsten gepland om het visieplan te actualiseren en aan te scherpen. Fenneke: ‘Het afgelopen jaar hebben we de vruchten geplukt van de nieuwe werkwijze. Maar we zien met elkaar ook verdere verbeteringen en nieuwe uitdagingen ontstaan. Hoe borgen we behandelplannen goed ondanks een groot verloop op de locaties? Hoe bereiken we zzp’ers en nieuwe collega’s? Hoe krijgen we een betere balans in de onderlinge verdeling van locaties? Hoe zorgen we ervoor dat registratie in zorgsysteem ONS beter in orde is? Het is goed om daar regelmatig bij stil te staan en met elkaar tot goede afspraken te komen hoe we nieuwe uitdagingen het hoofd bieden.’